Geschiedenis

In het begin van de 19e eeuw gingen de bewoners van de tweelingdorpen Ommelanderwijk en Zuidwending veelal ter kerke in Veendam. Dat was een behoorlijke afstand, die gedeeltelijk over onverharde wegen afgelegd moest worden. De meeste deden dat te voet, hetgeen vooral in de herfst en de winter niet bepaald aangenaam was. Daarom werd besloten een eigen gemeente te stichten en zelf een kerk te bouwen. Deze werd gesitueerd aan de weg, die de beide dorpen verbond: het Kerkpad. Tegenwoordig is het Kerkpad onderbroken door de provinciale weg S10. Op 19 november 1845 werd het gebouw geopend en in het jaar daarop kon de eerste predikant bevestigd worden.

Het gebouw werd opgetrokken uit rode Groninger gevelstenen in de zogenaamde Waterstaatsstijl: een eenvoudig en eenbeukig kerkje ("zaalkerk") met een rechthoekige plattegrond van 11 bij 23 meter. Rijkswaterstaat zorgde voor het ontwerp en de subsidie en hield toezicht op de bouw. Het plafond werd een gestukadoord tongewelf. De toegangsdeur aan de oostkant valt op door de fraaie omlijsting met timpaan en jaartal. Op het dak kwam een torentje als dakruiter met spits en windhaan. In 1874 werd boven het toegangsportaal een orgel geplaatst. Het orgel is vervaardigd door de Veendammer orgelbouwer R. Meijer en bekostigd uit een bijdrage van J.D. Munneke. Het heeft twaalf registers, een klavier en een voetpedaal. De luidklok, die in 1845 is gegoten door A.H. van Bergen, werd in de bezettingstijd gevorderd. Echter in 1946 kwam er een nieuwe.

In elk van de wanden aan de zuid- en de noodzijde zien we 4 hoge ramen. In de oost- en westzijde telkens 2 kleine ramen, waarboven in het midden een rond venster. De wanden aan de westkant (naast en boven de eenvoudige houten preekstoel met klankbord) zijn omstreeks 1950 voorzien van gekleurde glas-in-lood vensters. Deze vensters zijn geplaatst dankzij een schenking van Jurjen Vegter. De kerk is tegenwoordig centraal verwarmd en in het bezit een geluidsinstallatie die geschonken is door de familie Bouwman. Op de zuidwand hangen zes avondmaalsschotels, waarop te lezen staat dat zij in 1864 zijn geschonken door Arendje Vosman. Op de noordwand hangt een wandbord met de namen van de achtereenvolgende predikanten. Aan het plafond hangen 6 koperen lichtkronen die in de jaren 1950-1955 dankzij diverse acties stuk voor stuk aangeschaft. Vóór in de kerk zien we het doopvont dat geplaatst is op een eikenhouten voetstuk. Op de avondmaalstafel staat een houten lessenaar met daarnaast een eikenhouten standaard met een Statenbijbel en een houder voor de paaskaars. Alle 3 zijn vervaardigd (en de laatste geschonken) door G. van der Veen, meubelmakerij De Wieke.

In 1955 werd de kerk uitgebreid met "Het Gebouw". Het Gebouw bevat een consistoriekamer (die tevens bruikbaar is als toneel), een hal met vestiaire, toiletten, een keuken en een grote vergaderzaal. De aanbouw werd op 14 februari 1956 feestelijk geopend door ds. Sj. de Roest, die hiertoe allerlei acties had opgezet. Het Gebouw heeft aan de zuidzijde een eigen ingang. In 1993/1994 kon Het Gebouw (wederom dankzij diverse acties) geheel worden gerenoveerd en worden voorzien van een nieuwe keuken. Voor de ingang werd een grote parkeerplaats aangelegd.

Bij het kerkje op De Wieke, voelen vele lidmaten, doopleden en anderen zich sterk betrokken. Zij dragen allen bij en doen het zowel in als rondom de kerk en het kerkhof het onderhoudswerk. Zo is het kerkje hier nog altijd het bezit van het hele dorp!